A Wilder in the west.

Mieke
Berichten: 695
Lid geworden op: 30-08-2011 21:54

Bericht door Mieke » 02-02-2014 20:56

Eliza Jane was het derde kind van James en Angelina Wilder. Zij werd geboren in 1850. Een zus Laura (geboren in 1844) en een broer Royal (geboren in 1847) liepen al rond in de velden, schuren en kamers van de rode boerderij 5 mijl verwijderd van de stad Malone, New York. Vreemd genoeg is er van Eliza Jane geen exacte geboortedatum bekend. Dit is wel bij alle andere Wilder-kinderen. (De familiebijbel van de Wilders, zoals Gladys Wilder zich herinnert een groot, zwaar boek, ging verloren, samen met allemaal andere familie-herinneringen die van Minnesota mee naar Louisiana waren gebracht door James en Angelina, toen het huis van Perley Wilder afbrandde in 1930.) Drie kinderen meer sloten aan bij de familiecirkel nadat Eliza Jane was geboren, een zusje Alice werd geboren in 1853, een broer Almanzo werd geboren in 1857 en in 1869 werd de laatste zoon geboren, Perley, maar toen waren de andere kinderen al allemaal volwassen.
Het leven was duidelijk voor de familie Wilder, seizoensgebonden zoals bij boeren hoort. Zuinigheid, hard werken, vastbeslotenheid en hoge verwachtingen leerden Angelina en James aan hun kinderen. Zij beschouwden hun boerderij als een plezierige smeltpot van levenstijlen: ze hadden het boerenleven en waardering voor de kerk, school en het sociale leven in de stad Malone.( er is meer bekend over het leven van de Wilder’s in New York, Minnesota en Louisiana in andere boeken. Zoals The Wilder Family Story van Dorothy Smith en The Story of the Wilders van deze schrijver). Maar vooral zagen ze hun boerderij als een goed betalende zaak. Ze konden goed leven van vruchten van de boerderij, maar de boerderij zorgde ook voor cash geld, welk zo snel mogelijk naar de bank werd gebracht om de rente erover te krijgen. En de kinderen Wilder zagen dat hun moeder op de boerderij een gelijke partner was van hun vader. Het voorbeeld dat Eliza Jane kreeg op de boerderij van haar ouders beïnvloedde haar en zorgde dat ze een sterk karakter kreeg en een onafhankelijk natuur ontwikkelde.
Hoewel ze met toewijding zorgden voor de boerderij, stamden de ouders Wilder allebei af van families die graag pronkten met hun ontwikkeling, welke zijn oorsprong vond in de beste manier van scholing die mogelijk was. Dus, toen Laura, Royal, Eliza Jane, Alice, Almanzo en Perley oud genoeg waren, werden ze naar de plattelandsschool aan de weg gestuurd. En toen de plattelandsschool niet meer voldoende vernieuwing bood voor de ontwikkeling van de Wilder-kinderen, stuurden hun ouders hen naar de Franklin academie in Malone. Dat was een kostschool. De academie was een van de eerste scholen voor hogere ontwikkeling in het noorden van New York en het gebouw van drie verdiepingen was stevig gebouwd.
Toen Eliza Jane (ze stond er inmiddels op dat iedereen haar E.J. noemde) op de academie zat besloot ze om lerares te worden. Ze startte met les geven toen ze negentien was en vertrouwde op dit beroep voor de komende dozijn jaren en behield iets van haar houding in het klaslokaal gedurende haar hele leven. Lesgeven ging samen met werkzaamheden op de boerderij thuis. Waarbij E.J. makkelijk in de rol van melkmeid, kok, huishoudster, tuinier, kippen-verzorger en naaister verviel. Alle huishoudelijke taken waarin ze was opgevoed en die ze accepteerde als een deel van haar leven. Ze hield er van bevelen uit te delen, zowel thuis als op school. Ze kon een conversatie over de politiek houden en deed dat ook en ze voelde zich geïnspireerd door de sterke meningen over vrouwenrechten en het vrouwenstemrecht.
Afbeelding

Mieke
Berichten: 695
Lid geworden op: 30-08-2011 21:54

Bericht door Mieke » 02-02-2014 20:58

Afbeelding

De boerderij van de familie Wilder in 1984.
Het is gemakkelijk om je dit huis voor te stellen met de originele rode verf en de voordeur tussen de twee ramen vooraan. De keukenvleugel is te zien op de achtergrond.
Afbeelding

Mieke
Berichten: 695
Lid geworden op: 30-08-2011 21:54

Bericht door Mieke » 02-02-2014 21:01

Afbeelding

Eliza Jane .... Een modebewuste vrouw. (foto is origineel van de Thayer familie)


Afbeelding

Een tekening van Helen Sewell voor "de grote hoeve" uit 1933.
Hier wordt voorgesteld dat Eliza Jane zit te borduren.
Afbeelding

Mieke
Berichten: 695
Lid geworden op: 30-08-2011 21:54

Bericht door Mieke » 10-02-2014 20:54

“Almanzo’s vader had een vriend die verhuisde van New York naar het Westen van Minnesota. Hij vond het daar goed en meneer Wilder bracht hem een bezoek en keek er goed rond.
Meneer Wilder was er zo tevreden over dat hij daar een boerderijk kocht, vlakbij Spring Valley. De familie Wilder verhuisde naar de nieuwe boerderij, behalve Royal en Almanzo, die achterbleven en nog een jaar lang de oude boerderij runden.
Aan het eind van het jaar waren vader en moeder Wilder zo tevreden over de nieuwe boerderij, dat de boerderij in New York werd verkocht. Royal en Almanzo reden in een huifkar naar Spring Valley. In deze dagen, als mensen eenmaal naar het Westen gingen, bleven ze ook naar het Westen trekken, terwijl ze tussendoor op verschillende plaatsen stopten”
Laura Ingalls Wilder.

Laura’s simpele uitleg over de verhuizing van de familie Wilder naar het Westen bevat een aantal algemene gebeurtenissen die plaatsvonden eind 1870, waardoor de familie Wilder verhuisde naar Spring Valley, Minnesota.
Het was een proces in stukjes, waarbij de 6 kinderen Wilder, hun ouders, bezittingen en levens van het Noorden van het land naar de lege, wijde velden van Oost-Minnesota verhuisden. Terwijl James en Angelina zich vestigden in het Westen en een nieuw thuis creëerden, lieten ze de boerderij in Malone achter in de capabele handen en zorg van de oudere kinderen. Dus, Eliza Jane, tussen het lesgeven door, zorgde voor het huishouden en de keuken, waar ze kookte voor haar broer Royal die voor de boerderij in Malone zorgde. Klaarblijkelijk keerde Almanzo op zeker moment terug om te helpen, omdat zijn vrouw dit benoemde. Hoewel James en Angelina en Alice, Almanzo en Perley en Laura in Spring Valley, Minnesota waren en Eliza Jane en Royal op de boerderijk in Malone was het slechts een tijdelijke scheiding van de familie. De boerderij in Malone werd tenslotte verkocht in de lente van 1875 en de hele familie kwam er nog een keer samen om de laatste voorbereidingen te doen voordat ze terugkeerden naar Spring Valley in het Westen.
Toen de Wilders zich opnieuw gevestigd hadden in Minnesota op een 90 acre stuk land, vrij dicht bij de groeiende stad Spring Valley met toen ongeveer 1200 inwoners, hervatte het leven zich snel in het bekende ritme van een boerderij. De Wilders werden welkom geheten in de gemeenschap en ze bleken vooral actief in de Methodistenkerk, waar Eliza Jane en Alice allebei in 1874 werden gedoopt. Zus Laura was dat jaar getrouwd en het is aannemelijk dat Eliza Jane haar leraren carrière weer oppakte, maar er zijn gegevens van waar ze les gaf.
Het is duidelijk dat de verhuizing van de Wilders naar het Westen de interesse van de oudere kinderen aanwakkerde om nog verderop een een homestead te claimen, zoals Laura Ingalls wilder al opmerkte: “als mensen eenmaal beginnen met haar het Westen te trekken, blijven ze gaan….”. Toen Alice Wilder trouwde met Albert Baldwin in 1879, begonnen ze een boerderijk vlakbij Marshall in West Minnesota. In datzelfde jaar kocht Almanzo’s moeder de aangrenzende boerderij van de Baldwin’s als investering. Almanzo had dat land gewild en besloot om het “op zijn tijd” te kopen van zijn moeder. Hij ploegde 4 acre om en plantte graan, bouwde een schuur, groef een put en plantte bomen. Almanzo herinnerde zich dat het volgende jaar : “konden we land krijgen in Dakota… Ik liet het land in Marshall over aan moeder en gaf haar de gedane aanpassingen… ze verkocht het land… voor 1500.”
De expansie van Dakota Territory was direct gerelateerd aan de bouw van de Chicago en Noordwest Spoorweg richting het Westen. Het zorgde er voor dat het plan rijpte bij Eliza Jane, Royal en Almanzo om “free land” te claimen. Almanzo hoorde van een vriend in Sint Paul dat een stuk zijspoor zou eindigen bij het stadje DeSmet, waar het spoor werd gelegd op de vlakke, lege prairie vlakbij het Zilvermeerkamp. Aangenomen dat DeSmet op een dag een grotere stad zou worden en een goede locatie was voor een boerderij (uiteindelijk eindigde het zijspoor in Huron, niet DeSmet) verlieten Almanzo, Royal, Eliza Jane en een bevriende dokter uit Marshall in de late zomer van 1879 Spring Valley om land te claimen in Yankton, Dakota Territory. Eliza Jane sloot zich bij hen aan terwijl ze les gaf in Valley Springs, een nieuw dorpje in het Territory. Eliza Jane, een goed onderwezen vrouw, was een aanwinst in de kleine grensomgeving en ze werd zeer gewaardeerd in Valley Springs. Hoewel ze zich vestigde in DeSmet, bleef ze een geliefde bezoeker van haar voormalige thuisstad. Haar poëziealbum “van haar zondagsschoolklas in Valley Springs, D.T. Vrolijk Kerstfeest 1881” is gevuld met goede wensen van haar vrienden).

Afbeelding

Ondanks moeilijkheden – vooral 10 mijl ten Westen van Sioux Falls waar een van Almanzo’s paarden stierf aan koliek- bereikte de groep Yankton en het landskantoor. Ze wisten de locatie van DeSmet en de Wilders namen allemaal het land wat het dichtste bij de stad lag. Eliza Jane’s grensde aan de toekomstige stad, Royal nam het volgende stuk ten Noorden van zijn zus. De dokter nam land te Westen van Eliza Jane en Almanzo ging nog verder noord. Ze betaalden de $ 14,50 gelden en toen waren Royal, Eliza Jane en Almanzo “Wilders in het Westen”.
Afbeelding

Mieke
Berichten: 695
Lid geworden op: 30-08-2011 21:54

Bericht door Mieke » 12-02-2014 20:50

2. Een kort verslag……. Over mijzelf, mijn inspanningen, hoop en mislukkingen.

Noot van de schrijver: Net zoals bij vele andere Amerikaanse families waren er onder de bezittingen van de afstammelingen van Eliza Jane Wilder en potpourri aan oude brieven, documenten, verstofte boeken en herinneringen die een lang leven vertegenwoordigen. De schoolboeken die ze gebruikte, het poëziealbum dat ze uitleende aan vrienden, foto’s van familie en kennissen en een verzameling van gedenkwaardigheden lagen stof te verzamelen op de zolder van het huis van Thayer na de dood van E.J. in 1930. Toen was ze een moeder en oma, maar al snel zou ze een literair figuur worden in “de kleine stad op de prairie”.
Geïnspireerd door het feit dat ze getrouwd was met een van Eliza Janes kleinzoons en aangespoord door de interesse in de familieband met “De grote Hoeve” begon Elaine Thayer (mevrouw Walter Thayer) uit Louisana in 1960 met een onderzoek naar de familiestamboom. Ze had als betrouwbare bron haar schoonvader bij de hand, Wilder Thayer, het enige kind van Eliza Jane en Tom Thayer. Elaine begon ook met het leggen van contact met andere overgebleven Wilder familieleden: kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van Perley, Alice en Royal Wilder. Geleidelijk werden de jaren die na “de grote Hoeve” kwamen, samengevoegd door Elaine terwijl ze contact had met familieleden en onderzoekers met kennis van de Wilders.
Elaine was vooral geïnteresseerd in Eliza Jane, de overgrootmoeder van haar kinderen. De onafhankelijke, soms dominantie, bazige, maar bewonderenswaardige lerares-homesteader- carrièrevrouw van buitengewone omvang viel op in de lijst van al lang overleden familieleden. Haar erfenis, het verhaal van de onvervaarde, inspirerende vrouw, leek te schreeuwen om een uitgever toen Walter Thayer alles aan Elaine gaf : “alles wat ik kon vinden over mijn ouders, zelfs mijn moeders manuscript van haar ervaringen in Dakota”.
Netjes geschreven in lichte, bruine inkt op gelijnd papier, vertelde Eliza Jane haar verhaal als Dakota homesteader van 1879 tot 1885. Het manuscript had de zware titel : “aan het binnenlandse ministerie, Washington D.C.”. Het heeft een voorwoord met deze uitleg.

“zoals gewenst door de landscommissie om volledig aanspraak te maken in vol vertrouwen op de homestead Noord 301/4 sectie 28 stad 111 range, geef ik hierbij een kort verslag over mijzelf, mijn inspanningen, hoop en mislukkingen sinds de lente van 1879.”

De bladzijden die volgen vertellen met terugwerkende kracht een intens persoonlijk gevecht als vrouw alleen, in gevecht met de krachtige elementen van het onbewoonde, onontgonnen Dakota om de titel op beschikbare acres van het vrije land van de overheid te winnen. Het is zoals de historicus van DeSmet Aubrey Sherwood zegt “het verhaal van werk”. Terwijl vele sterke, gespierde homesteaders de leegheid van het ongastvrije, ongetemde land niet konden verdragen, was het gevecht mogelijk nog acuter voor de kleine groep vrouwen die naar het Westen trok om land te claimen. Eliza Jane’s verhaal is een testament over de moed en durf die typisch was voor de “petticoat-pioniers”.

Eliza Jane’s verhaal moet niet worden verward met een dagboek, maar het is een werkelijk in een chronologische vorm vertelt. Het is een laatste, bewerkte kopie, netjes opgeschreven, en het is de mening van deze schrijver dat ze haar herinneringen opschreef een paar jaar nadat ze het Westerse leven had opgegeven in 1885. Mogelijk schreef ze in het lamplicht van haar kamers in een huurhuis in Washington, waar ze in 1890 werkte als assistent bij de overheid. Het is duidelijk dat ze de bladzijden niet slechts vulde voor haar plezier maar met een doel. Schreef ze aan het binnenlandse ministerie om te helpen bij de legalisering van een stuk in de homestead act? Verschillende gevonden stukken laten zien dat Eliza Jane zeer geïnteresseerd bleef in de verplichtingen van de homesteader op de prairie, zelfs nadat ze het leven zelf had opgegeven. Of was ze opgeroepen om te getuigen voor een comité dat geïnteresseerd was in ooggetuigenverslagen van de situatie in Dakota? De geschiedenis vertelt het niet, maar de toon en stijl van het schrijven tonen aan dat Eliza Jane schreef om te overtuigen en een accuraat beeld te geven van de hardheid om vrij land te verkrijgen.

Gelukkig hield Eliza Jane het Dakota manuscript gedurende haar hele leven bij zich, ondanks vele reizen en vele omstandigheden. Toen aan haar kleinzoon’s vrouw werd gegeven was het verzekerd van een toekomst. Voorzichtig beschreef Elaine Thayer was ze kon over van het verwarrende handschrift. Met iedere anekdote die haar uitdagingen van het leven als homesteader illustreerden, zette Eliza Jane zichzelf neer als een krachtige, competente en geliefde spreker voor de “boerin” uit haar tijd. Elaine hoopte niet alleen dat ze het verhaal kon bewaren voor haar eigen familie, maar tevens ook voor de “kleine huis”- lezers die het leuk zouden vinden om te horen over de zus-lerares uit De grote Hoeven en De Kleine Stad op de Prairie.

In 1971 werd het “E.J. verhaal” naar deze schrijver gestuurd die de aantrekkingskracht opmerkte voor de kleine huis fans en als een andere manier van kijken naar de ervaringen van Laura Ingalls Wilder wat wel “de fascinatie van de verschrikkingen” van homesteading wordt genoemd. Terwijl Laura het opbouwen van een boerderij aan de grens van Kingsbury County, Dakota beschreef vanuit het gezichtspunt van een pioniersdochter, zag Eliza Jane het als een pas aangekomen boerin, een vrouw met het doel om een thuis te creëren en die vaak overvallen werd door de natuurkrachten. En lezers van De Kleine Stad op de Prairie zijn zich pijnlijk bewust van Laura’s vijandigheid en verzet tegen haar lerares juffrouw Wilder- die ironisch genoeg- haar schoonzus zou worden.
Eliza Jane’s stem verdient het om gehoord te worden. In 1972 verscheen de eerste uitgave van “ Een Wilder in het Westen”. De eerste publicatie van kennis over de Wilders in de snel groeiende Laura Ingalls Wilder memorial society van DeSmet. Dit kleine boek heeft door de jaren heen gebracht wat een nieuw gezichtspunt was op Eliza Jane’s karakter, zowel als een toevoeging aan de voorstelling van de worsteling als pioniersvrouw om overeind te blijven in een krachtig, tegenwerkend land.
Hier, een eeuw later, met een nieuwe achtergrond en extra onderzoek, vertelt Eliza Jane haar verhaal……..
Afbeelding

Mieke
Berichten: 695
Lid geworden op: 30-08-2011 21:54

Bericht door Mieke » 13-02-2014 19:39

Ik ging naar mijn claim……met de verwachting daar voor altijd te blijven.

Ik nam een mannetje in dienst om en hutje te bouwen op mijn claim wat in oktober en november 1879 ook deed. (dat mannetje was E.J.’s broer Almanzo, hij bouwde die maand 4 hutjes, met de hulp van Royal). Ik niet meer precies welke maand. Hij nam ook zijn ploeg mee en hout, wat onmisbaar was. Het hutje was 8x10 of 10x12 (voet. 1 voet is ongeveer 30cm), ik weet het niet meer zeker. Het werd gebouwd met 4 muren van opgestapelde aarde of turf die verkregen door het omploegen van de grond. Een balk in het midden ondersteunde een kruis welke verder op de aarde rustten. De muren aan het eind waren hoger dat de muren aan de zijkant. Het dak werd gemaakt van stukken 2x4 die op het kruis werden gelegd en op de zijwanden en dat werd bedekt met bundels hooi. Het raam was klein, 4 kleine stukken glas, er werd een frame inde aarde muren gemaakt om het glas in te zetten. De deur was tegenover het raam. De schoorsteen was gebouwd van aarde.
Ik wist dat ik het land binnen 6 maanden na de datum van claimen in gebruik moest nemen. Ik bracht de kwestie ter sprake bij het schoolbestuur en ze stonden me toe om de gebruikelijke decembervakantie al in november 1879 op te nemen. En zo ging ik, denk ik, 150 mijl in een houten wagen op weg. Er waren geen wegen die geschikt waren voor een lichtere buggy. Sliep in de wagen toen in onderweg was. Ik nam een klein fornuis mee dat me $500 kostte. Kist met wat kleren . We brachten de vakantie daar door en keerden terug naar de verplichtingen in Valley Springs. Ik liet mijn fornuis etc achter om landdieven te tonen dat de claim al bezet en in gebruikt genomen was. En, inderdaad, ik zag het als mijn huis en keer er naar uit dat er tijd was om in alle vrijheid terug te keren. Het leek noodzakelijk dat ik mijn betrekking zou beëindigen en mijn salaris zou krijgen, want het geld dat ik al had verdiend was opgegaan aan de lening voor de komende jaren op de claim. Alleen de rente moest jaarlijks betaald worden.
In april 1880, ik geloof de 15de, ging ik opnieuw naar mijn claim met de verwachtingen daar voor altijd te blijven. Inderdaad zei ik zelfs dat als ik zou sterven, dat ik op de claim begraven wilde worden. Ik was enthousiast, zoals iedereen die ik daar op dat moment ontmoette. Ik telde de ontberingen en vond ze niets voorstellen vergeleken met de vreugde die het me gaf om een eigen plek voor mezelf te creëren. Het spoor voor de trein werd gelegd. Honderden mannen kwamen elke dag te voet of met eigen vervoer vanuit het Oosten om te werken aan het spoor, ze zochten allemaal land. Toen ik bij mijn claim aankwam, was er een soort hotel gebouwd ongeveer een halve mijl of iets meer bij me vandaan en de beheerster en haar kok waren de enige vrouwen in de hele plaats. Ongeveer 4 dagen na mijn terugkeer vond er plotseling verandering van temperatuur plaat en gedurende de nacht viel er veel sneeuw. (zie ook hoofdstuk 27 “wonen in de stad” in het kleine huis aan het zilvermeer voor Laura Ingalls Wilder’s versie van dezelfde storm) Ik had geen meubels voor mezelf meegenomen omdat mijn huis niet groot genoeg was om ze te bergen. Ik kon alleen mijn fornuis, een kleine tafel en 2 stoelen kwijt. De grond was koud en vochtig en ik wilde niet weer slapen zoals ik in de herfst had gedaan. Omdat er geen betere oplossing leek, haalde ik de deur uit het scharnier, sloeg paaltjes in de grond om de deur op te leggen en legde ik mijn bed op. Ik hing een rubber deken voor de deur. Natuurlijk vond de sneeuw makkelijk toegang tot mijn huis en in de morgen had het een niveau bereikt dat 6 inches hoger was dan mijn bed.
Ik was de hele nacht wakker gebleven om de sneeuw uit mijn gezicht te vegen. Ik dacht dat ik niet kon en niet kon maken om mezelf te laten kennen en een plaats te vragen in het hotel tot ik een betere woonvoorziening had voor mezelf.
Ik vond later echter uit dat de sneeuw ook in elke kamer in het hotel (het Beardsley huis, een vroeg hotel in de DeSmet) minimaal 6 inches diep was en de enige plaats waar ik had kunnen slapen was een sofa in de eetkamer. En er was geen zekerheid van privacy want de stormloop van landzoekers was zo groot dat een nacht eerder zoveel mannen als paste gewikkeld in hun eigen dekens in de eetkamer op de vloer hadden geslapen. Ik maakte gewoon mijn eigen huis in orde. Ik veegde de sneeuw naar buiten, zorgde dat het fornuis veilig was en zorgde dat ik zoveel mogelijk buiten was.
Vroeg in mei begon het zaaien. Ik denk dat ik $3,00 of $ 3,50 per acre betaalde. Ik had enkele zaden meegenomen zoals mais, aardappelen, etc en ook eten. Ik sneed de aardappelen en volgde de man die ploegde en liet elke keer een stukje in de voor vallen die dan door de volgende voor werd bedenkt. Na de aardappelen plantte ik de mais tot dat zaad op was.
Toen stopte ik met land ontginnen tot later in het seizoen. Ik maakte wel een moestuin met zoete mais, bonen, erwten, sla, etc want ik vond het opbouwen van en huis op de prairie erg duur. Ik maakte me zorgen dat, tenzij het lukte om er iets van terug te krijgen, mijn bedoelingen om de plaats te verbeteren en een thuis te maken stopten voordat het goed en wel was begonnen wegens geldgebrek.
Ik zorgde zeer goed voor mijn tuin, gaf water als hij droogviel, wiedde het onkruid en alles groeide goed. In juni bereikte de trein ons en heel snel daarna kwam mijn vader met de trein en hij bracht 2 koeien, meubels, een bed en beddengoed, etc. Met zijn hulp bouwde ik een huis, slechts een kleintje, want ik wilde geen geld van mijn vader accepteren en natuurlijk kon hij zich niet meer veroorloven dan hij al deed. Ik deed veel van de bouw met mijn eigen handen, van het leggen van de vloer tot het plaatsen van de dakpannen en natuurlijk sloeg ik heel vaak op mijn duim, want ik had nog nooit eerder met hamer en spijkers gewerkt. Maar welke ontbering kan de moed van een Amerikaan verminderen? Mijn tuin deed het goed en op een dag nam ik was sla mee naar de stad en verkocht het voor een kwart dollar ( laat ik hier maar vertellen dat mijn tuin naast de plaggenhut was, terwijl mijn nieuwe huis verder naar het Oosten lag, ongeveer een halve mijl van de tuin). Dat zorgde ervoor dat ik 2 mijl moest lopen en voor de sla moest zorgen. Toen ik mijn vader de 25 dollarcent liet zien, als eerste resultaat van mijn inspanningen, zal ik nooit zijn verdrietige blik vergeten toen hij zei :”de menselijke natuur is bijzonder. Je was niet tevreden met een 6-urige werkdag op school voor $2,00 per dag, maar je bent zo blij als een kind met nieuw speelgoed nu je 25 cent hebt verdiend, waarvoor je een mijl loopt in de hete zon, nog terzijde al het werk om de sla te laten groeien.”
Afbeelding

Gast

Bericht door Gast » 14-02-2014 15:24

Ik reageer niet veel Mieke, maar ik lees wel mee en vind het fijn dat je het plaatst. :D

Jane
Berichten: 882
Lid geworden op: 29-08-2011 02:00

Bericht door Jane » 14-02-2014 21:07

Ik ook hoor, vindt het mooi om ook eens de andere kant van E.J te leren kennen.
Bedank dat je de moeite neemt om het hier neer te zetten.

Mieke
Berichten: 695
Lid geworden op: 30-08-2011 21:54

Bericht door Mieke » 15-02-2014 20:57

Ik leerde de diepte van het woord “Alleen” begrijpen.

De tijd voor mijn vader om te vertrekken was aangebroken. Ik zei hem dapper vaarwel, maar durfde hem niet te vergezellen naar het station. En toen hij uit het zicht was, viel de stilte en eenzaamheid van de situatie over me heen en werd zo verschrikkelijk en eigenlijk haast ondragelijk en ik denk dat ik de diepte van het woord “alleen” leerde begrijpen. Maar de torren vernietigden de aardappeloogst en de enige manier om de oogst te redden was de torren weg te halen.
Ik voel dezelfde afkeer van torren als alle vrouwen, maar ik was vastbesloten om door te zetten en ik werkte hard om de torren weg te plukken en ze te verbranden, maar het was geen eerlijk werk. De torren vermenigvuldigden zich sneller dan ik ze kon doden en ik voelde dat ik te hard werkte of om een andere reden een stuk van mijn kracht verloor. Ik bracht op een dag water uit de put naar de koeien en toen werd ik zo duizelig toen ik de emmer ophaalde dat ik viel en maar op het nippertje voorkwam dat ik in de put viel. Toen ging ik naar de buurman die geen koeien had en vertelde hem dat, als hij wilde komen melken en water geven, dat hij de melk zou krijgen, behalve het beetje melk dat ik voor mijzelf nodig had.
Hij kon die avond niet komen, dus ging ik terug en molk de koeien en net voordat ik het huis bereikte, brak er een geweldige zomerse onweersbui los met hevige wind. Ik was opgelucht dat ik het huis veilig had bereikt, toen ik geluid hoorde en toen ik goed keek, zag ik dat er een koe was losgebroken en koe rende wild van angst door de mais en ik was bang haar te verliezen. Ik pakte een schaal met zout en rende naar de koe, wat meer een impuls was dan dat ik er goed over had nagedacht. Ik ontdekte dat ze vertrouwen in me had en ze begon van het zout te eten. Het touw was vlak bij haar nek gebroken en toe kort om haar nu goed mee vast te binden. Ik herinnerde me dat ik binnenshuis een stuk touw voor een kist over had, maar terwijl ik dat haalde, rende de koe weer weg. Hoe dan ook, ik kalmeerde haar en bond haar vast aan een plank die stevig was vastgezet aan het huis. Natuurlijk had ik enige tijd aan de volle storm bloot gestaan.
De volgende morgen kwam meneer O’Connel en zorgde voor de koe. Ik vertelde hem over mijn 2 weken durende gevecht met de torren en hij verbaasde zich niet over dat ik was flauwgevallen en vertelde dat de torren erg giftig waren. Hij liet me zien hoe ik de “Paris Green” moest gebruiken voor de aardappelen. De bonen waren verloren, maar de mais stond er goed bij en ik liet 5 extra acres ploegen en zaaide boekweit.
Het vergif van de torren was echter in mijn systeem gaan zitten en ik werd steeds zieker, tot ik gebonden was aan mijn bed. Gedurende de dagen dat ik in mijn bed lag, moest ik een vrouw laten komen die bij me moest blijven en die me een paar dagen kon helpen. Ik betaalde haar $1,25 per dag. Natuurlijk werd ik beter en ik was geheel niet ontmoedigd. Ik bewaarde altijd 2 geladen pistolen bij het hoofd van mijn bed, maar heb nooit de gelegenheid gehad om ze te gebruiken.
Afbeelding

Mieke
Berichten: 695
Lid geworden op: 30-08-2011 21:54

Bericht door Mieke » 16-02-2014 17:06

De Winter …….. een stuk geschiedenis
In september, ik denk de 5de, kwam er vrieskou. Zo erg dat het gras dood ging. De mais was nog niet rijp en ging dus ook verloren. Het zaad van de boekweit kwam los en de volgende dag waaide er een sterke wind die de boekweit neermaaide waar het stond. Dus alle mogelijke oogst werd in een nacht vernietigd.
Was ik ontmoedigd? Niet het minst! Ik had nog aardappelen en honderden prairiekippen kwamen de boekweit opeten, maar ik had geen zin in ze te vangen. Ik schreef zulke heldere beschrijvingen van het leven aan de grens naar huis dat mijn moeder en kleine broer (Perley Day Wilder) een jongen van 12 of 13 jaar me op een dag kwamen opzoeken. Ze waren niet heel erg gecharmeerd, maar het was dan ook niet hun huis. Moeder wilde dat ik mee terug ging voor de winter, maar ik weigerde. Ze pushte me ook om mijn voordeel te doen met de 15de juni act, maar dat zou er voor zorgen dat ik geen aanspraak kon maken op het land en geen eigen plek voor mezelf kon opbouwen.
Gedurende het verblijf van mijn moeder kwam de oktober sneeuwstorm. Natuurlijk waren we er niet op voorbereid. Een jongeman uit Minneapolis, die met mijn broer samen was gaan jagen, en bij mij was langs gekomen voor de thee, werd vastgehouden door de storm. Een zeer onvrijwillige gevangene. En hoewel hij dacht dat hij het vreselijk zwaar had, gaven we hem het beste van wat we hadden. Het bleek dat we bijna zonder kolen en meel zaten. En de storm raasde onverminderd door gedurende drie dagen. Mijn broer Perley wist elke dag de schuur te bereiken en het was inderdaad een dankbare voorzienigheid die op dat moment zoveel hulp had gezonden, want als ik alleen was geweest, ben ik bang dat ik het opgegeven had. Omdat het niet anders kon, draaiden we hooi in elkaar als brandstof. De koeien werden gevoerd en ons enige verlies waren een paar kippen. Maar vlakbij was een man met een goed, mooi span paarden en hij durfde niet naar de schuur om ze te verzorgen. Na de storm vond hij ze, letterlijk, begraven in de sneeuw die door een op een kier staand raampje naar binnen was gewaaid. De paarden waren dood. Honderden schapen en vele koeien en ander vee verdwaalden op de prairies of werden in de kudde vertrapt en waren verloren.
Nadat de storm was geluwd, gingen we naar de stad maar er was ook daar geen brandstof te krijgen. Noch dat er ergens een halve kilo meel was. Er was meer dan genoeg besteld, maar dat werd tegengehouden door een sneeuwblokkade. Iemand vertelde me dat het hotel altijd een grote voorraad had en als het niet mogelijk was dat ze gasten zouden krijgen totdat de treinen weer zouden rijden en gasten zouden meenemen, dat ik daar mogelijk wat kon krijgen. Ik ging er heen en met veel aandringen kreeg ik 10 pond voor $1,00. Natuurlijk had het geen zin om tegen mijn moeder in te gaan, ze zou Dakota niet verlaten tot ik met haar mee zou gaan. Dus ik bracht mijn meest waardevolle spullen naar het huis van meneer O’Connel en nam hem in dienst om voor mijn vee te zorgen. Ik sloot mijn huis af met de bedoeling om maar een paar maanden weg te blijven, want ik verwachtte in februari terug te komen, zo niet eerder. En het was zeker niet mijn eigen wens dat ik toen vertrok.
De winter die volgde staat in de geschiedenis opgeschreven. Zeer weinig treinen wisten die winter de territory te bereiken. Het duurde 10 dagen voor het spoor werd vrijgegeven na de oktoberstorm en hierna volgde storm na storm. De spoorwegmensen en de inwoners van de steden langs het spoor werkten samen om het spoor vrij te houden, maar het was onbegonnen werk. In december gaven ze het gevecht op en van december tot mei bereikten geen treinen DeSmet waar mijn land was. Er was een familie vlakbij mijn claim die gedurende maanden leefden op gekookte knollen. De vrouw van Rechter Barnes, wiens claim aan de mijne grensde, vertelde dat ze 6 weken lang niet meer hadden gegeten dan tarwe, gemalen in een koffiemolen, met water aangelengd tot een soort pap. Er was geen boter, koffie, suiker, thee, aardappelen of vlees te verkrijgen en gedurende lange tijd verkochten de winkeliers 1 pond suiker per week per gezin. Kerosine was op, licht werd verkregen door het branden van een oude lap op een schoteltje met gesmolten kaarsvet. Hooi was voor lange tijd de enige beschikbare brandstof. Deze periode was ik veilig in mijn vaders huis, maar ik was niet erg sterk. De dokter zei dat het vergif van de torren in mijn systeem zat. Ik vertelde hem van mijn gevecht met de torren en hij hield de mening dat het wel eens even kon duren voor ik helemaal was herstelt.
In maart bleef mijn zus (Laura Wilder Howard) achter met 2 kinderen, waarvan de jongste nog een baby was. Haar eigen gezondheid was gedurende enige weken zo slecht dat we constant bij haar moesten zijn.
Afbeelding

Plaats reactie