Lees mee: "de lange winter".

Het Kleine Huis in het Grote Bos - Het Kleine Huis op de Prairie - Het Kleine Huis aan de Rivier - De Grote Hoeve - Aan het Zilvermeer - De Lange Winter - Stad op de Prairie - Een Huis voor Laura - De Vier Prairiejaren - Onderweg - Het Kleine Huis Kookboek
Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 21-02-2013 20:53

Hoofdstuk 15 Geen treinen

Het is morgen. Buiten loeit er weer een nieuwe sneeuwstorm. Laura ziet er eigenlijk het nut niet van in om op te staan, maar ze dwingt zichzelf om uit bed te komen.
Vanwege de kou, trekt ze snel haar jurk en schoenen aan en gaat naar beneden.
Eenmaal beneden vraagt ze wanhopig aan ma, hoe ze ooit onderwijzeres kan worden als ze zelf maar steeds een dag naar school kan. Ma luistert naar haar klacht en verzekert haar dat er genoeg sommen in haar schoolboek staan om dagenlang bezig te zijn. "Een sneewwstorm kan je niet beletten te studeren", zegt ma.
Terwijl de meisjes nog boven sliepen, had ma de tafel uit de voorkamer naar de keuken gesleept, om op die manier kolen te besparen.

Als pa zich na het ontbijt klaarmaakt om naar Fullers winkel te gaan, breekt er een moment van angst aan: pa waarschuwt Mary dat hij misschien haar gespaarde schoolgeld moet gaan gebruiken om boodschappen te kunnen doen, maar, zegt hij: "Je kunt er op rekenen dat ik het terugbetaal".

Ma, Laura en Carrie gaan aan het werk, terwijl Mary samen met Grace in haar schommelstoel gaan zitten. Laura giet de laatste olie in de olielamp en dat maakt Carrie bang. Maar Laura stelt haar gerust en samen doen zij beneden hun karweitjes, terwijl ma boven de slaapkamers keurig maakt.
De meisjes proberen hierna hun sommen te maken, terwijl ze op pa wachten, maar ze zitten dicht opeen gepakt en de kamer is slecht verlicht.

Als pa weer thuiskomt, brengt hij slecht nieuws mee: praktisch alles is uitverkocht in de stad; er is geen vlees meer, geen lampolie, en er zijn geen kolen meer. Bovendien zal er niet eerder school zijn, dan dat er weer kolen zijn. Maar gelukkig was er nog wel thee en heeft hij hiervan twee pond gekocht. Ma zegt dan: "Er gaat niets boven een lekker kop thee bij koud weer".

's Middags doet pa zijn stalwerk en de meisjes werken binnen.
Mary is een nieuw kleed aan het vlechten en dat doet zij helemaal op gevoel.

Afbeelding
Als zij aan Laura vraagt of ze het kleed wil gaan naaien, protesteert Laura dat ze eerst haar strook kant wil af hebben, want omdat het zo donker in de kamer is, kan ze bijna de steken niet zien.
Ze schaamt zich echter als Mary opgewekt zegt dat zij geen last heeft van de duisternis, want ze kan met haar vingers zien, en Laura biedt behulpzaam aan het kleed te naaien zodra Mary klaar is.
Pa blijft lang weg, dus ma zet het avondeten achter op de kachel en ze besluiten liedjes te zingen tot pa komt.
Direct na het eten gaan ze allemaal naar bed, zonder eerst de afwas te doen, dit allemaal om olie en kolen te sparen.

De volgende dag is een herhaling van de vorige, met als enige verschil dat Laura een rond kleed naait van de lappenvlecht.

Hetzelfde verhaal de volgende dag, maar laat in de middag van de derde dag houdt de sneeuwstorm plotseling op. Pa gaat naar de overkant naar Fuller om te horen hoe het de buren is vergaan.
Als hij terug komt vertelt hij dat er bericht is dat ze de andere dag de sneeuw uit de diepe geul bij Tracey willen graven. Maar men moet de stijfbevroren sneeuw nu zo'n meter of tien diep uitgraven.
"Dat zal niet zolang duren met mooi weer", zegt ma.
Afbeelding

Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 06-03-2013 18:50

Hoofdstuk 16 Mooi weer

Laura en Carrie vervelen zich. Ze doen samen de afwas, maar eigenlijk willen ze ergens heen. Ze hebben genoeg van die nare keuken.
Dus zegt ma dat ze naar buiten mogen, als ze hun werk afhebben.
Vlug werken de meisjes door, kleden zch aan en Laura leidt Mary door de bijkeuken de frisse buitenlucht in.
Terwijl de meisjes genieten van de frisse lucht, vertellen Mary en laura Carrie over de Grote Bossen in Wisconsin en dan komt pa op een nieuwe slee (een lage stellage van nieuwe planken) aangereden. Hij wil deze slee gebruiken om hooi naar de stal te krijgen voor de dieren.
Pa heeft optimistissch nieuws: men heeft een sneeuwploeg en een trein vol mensen uit het oosten laten komen, die ingezet zijn om de diepe geul bij Tracy sneeuwvrij te maken. (ik kan wel huilen, want ik weet hoeveel slechter ze het nog zullen krijgen!)
Iedereen heeft nu weer hoop.

Pa gaat naar de claim, om zoveel mogelijk hooi binnen te halen en komt laat terug, waardoor ma en de meisjes allemaal heel bezorgd waren.
Het eten stond al lang klaar en eindelijk kwam hij dan thuis.
"Wat heeft je zo opgehouden, Charles?", vroeg ma, waarop pa vertelde dat de paarden steeds door de sneeuwkorst zakten die bovenop het moerasgras lag. Het paard David was zo mak als een lam toen pa hem uit het gat leidde, maar Sam moest aldoor vastgehouden worden, die ging als een razende tekeer.
Zo ging het de hele morgen en pa had maar 1 lading hooi mee kunnen nemen.

Na het middageten gaat pa touw kopen en komt terug met het nieuws dat de trein hoogstwaarschijnlijk overmorgen zou aankomen. Bovendien zouden ze de post krijgen, trein of geen trein, want die wordt doorgestuurd door paarden.
Ma gaat gauw verder schrijven aan de brief die ze al begonnen was voor de familie in wisconsin.
Laura vraagt of ze wil schrijven dat de familie zo graag een kat zou willen hebben en Mary vraagt of ma zou willen schrijven dat ze hier Kertstmis komen vieren, zoals toen in de grote bossen.
Dat brengt iedereen terug bij kerstmis. "Grote goedheid, wanneer is het Kerstmis? Dat ben ik helemaal vergeten, het is bijna zover.", zegt Laura.


Grace wordt gerustgesteld dat de Kerstman dit jaar echt zal komen en pa gaat de volgende dag de brief posten.
Hij ziet meneer Gilbert de postzak op de slee binden en wegrijden. Naar Preston, waar hij iemand met een andere slee uit het oosten zal ontmoeten en de post zal afgeven en de nieuwe mee terugnemen.
Pa kan die morgen 1 lading hooi binnenhalen, maar als ze die middag om 12 uur aan tafel gaan, wordt het weer donker en gaat de wind weer loeien: de volgende sneeuwstorm!
Pa zegt dat hij hoopt dat meneer Gilbert veilig in Preston is aangekomen.
Afbeelding

Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 10-03-2013 14:26

Hoofdstuk 17 Zaaitarwe

Het is weer koud en duister en de dagen zijn lang en monotoom.
Het is moeilijk voor te stellen hoe koud het huis moet zijn geweest, zonder verwarming en alleen maar houten wanden die tussen de kou en de familie staan.
Pa moet dagelijks twee maal naar de stal om voor het vee te zorgen, ondanks de sneeuwstormen en de vreselijke kou.
Hij komt zo verkleumd thuis, dat hij bijna niet meer warm te krijgen is, dus neemt hij Carrie en Grace in zijn armen, niet alleen om hun gerust te stellen, maar tevens om iets van hun warmte te "lenen".

Pa vertelt de meisjes de verhalen over beren en panters, net zoals hij vroeger deed toen Mary en Laura nog klein waren, toen ze nog in de grote bossen van Wisconsin woonden.

Als het bedtijd is, aarzelen de meisjes om naar boven, naar die vreselijke koude zolder, te gaan, dus gaat pa op zijn viool allemaal Schotse liedjes spelen waardoor de meisjes al marcherend de trap opklimmen naar hun bed. (ik vind het ontroerend te lezen dat Laura Mary de trap op leidt, met mary's hand op haar schouder).

En de treinen komen maar niet. Dit maalt maar door laura's hoofd en ze maakt zich grote zorgen: geen vlees, geen lampolie, geen meel, geen kolen, en geen enkele kans dat de teinen zullen doorkomen. (Als 14-jarige heeft ze al veel te dragen!)

Intussen is Almanzo druk bezig in Royals winkel. Hij heeft een houten frame gemaakt, die hij tegen een kant van de winkel bouwt en dan bouwt hij een wand op.
Als de wand staat, neemt hij een zak tarwe op zijn schouder en giet deze leeg in de ruimte die achter de wand is gekomen. ( Op zich heel knap bedacht!)
Royal gaat op een broederlijke manier met Almanzo in discussie. Hij denkt dat Almanzo zijn zaaitarwe met winst zou kunnen verkopen, maar Almanzo piekert er niet over. Hij wil goede zaaitarwe zaaien zodra de winter over is, die hem een goede oogst belooft te bezorgen. Hij weet dat Royal eerder een zakenman dan een boer is, die de tarwe zou verkopen zodra de prijs hem zou aanstaan.
En zo discissieren Almanzo en Royal over de voors en tegens, terwijl Almanzo verder gaat met het leeggieten van de zakken tarwe. (weet je wat ik me nu afvraag? Waarom legt Almanzo de zakken tarwe niet gewoon tegen de muur en bouwt hij daar dan een wand voor? Dat zou in het voorjaar toch veel gemakkelijker zijn? Zou hij liever steeds een beetje willen pakken, zodra hij en Royal het nodig hadden? Of was het om dit verhaal spannender te maken, dat Laura in haar boek schrijft dat Almanzo de zakken een voor een leeggiet achter de wand?)

Royal zit te mijmeren. Wat zal er met de stad gebeuren als de treinen echt niet komen?
Almanzo denkt dat de mensen het wel goed hebben. Iedereen heeft immmers gedurende de zomer voorraden kunnen inslaan!
Afbeelding
Afbeelding

Gast

Bericht door Gast » 12-03-2013 16:08

Ja dat van die dubbele muur vraag ik mij ook af. Is dat om het verhaal mooier te maken? Waarom denkt Almanzo dat hij de zaaitarwe op die manier moet beschermen. Was het een vooruitziende blik?
En wat ik me daarmee ook afvraag, in die dubbele muur kan je helemaal niet in de gaten houden of er ook ratten aanzitten. Hoe deden ze dan daar opletten?

Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 12-03-2013 23:06

He ja, daar heb ik dan weer nooit over nagedacht. Of misschien dacht Almanzo, ach er ligt zoveel tarwe, dat beetje dat zij pikken, kan ik wel missen.
Afbeelding

Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 17-03-2013 12:48

Hoofdstuk 18 Gelukkig kerstfeest

Na drie dagen hield de sneeuwstorm op.
Pa ging gauw weg om een nieuwe lading hooi te halen, maar hij was al weer heel snel terug met het nieuws dat het Gilbert was geluk om de post te halen.
Pa ging dus naar het postkantoor, maar het duurde lang eer hij terugkwam. Eindelijk was hij daar dan, met zijn handen vol. Er waren kerkkranten, gewone kranten, jeugdtijdschriften en een brief. En omdat Laura en Carrie geinteresseerd waren in de jeugdtijdschriften, ma in de kerkkranten en pa de gewone kranten wilde lezen, gaf hij de brief aan Mary. (Heb ik altijd ironisch gevonden: Mary is blind, kan dus niet lezen! Of pa moet ermee bedoeld hebben dat zij ook iets in handen kreeg.)
De brief was van dominee Alden. HIj schreef dat hij in het voorjaar niet had kunnen komen omdat hij in het noorden moest gaan werken, maar dat hij hoopte dat hij het komend voorjaar zou kunnen komen. Zijn kerk had een kerstvat met kleren naar hen gestuurd en hij hoopte dat ze zouden passen. Bovendien had hij zelf nog een kerstkalkoen erbij gestopt, als tegenprestatie voor de gastvrije ontvangst de vorige winter aan het Zilvermeer. Hij wenste iedereen vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar.
Toen vertelde pa dat Gilbert de boodschap had doorgegeven dat er een dubbele werkploeg van mensen was ingezet en twee sneeuwploegen om de geul sneeuwvrij te krijgen.
Iedereen hoopte maar dat de trein voor kerstmis zou komen en ma vooral, want ze hadden bijna geen kolen meer. "Dan stoken we hooi", zei pa! Hooi? Dat al verbrand is, voor de as kan neervallen?
"We zullen wel iets verzinnen, als de duvel op je hielen zit, vind je wel een uitweg!"
Pa ging weg om een lading hooi te halen en ma, Laura en Carrie gingen de was doen.
Na het eten moest er verder gewerkt worden, maar al die tijd verheugden de meisjes zich op de jeugdtijdschriften. Carrie hoopte de volgende dag te mogen lezen, maar de volgende dag moest er gestreken worden en ma wilde de bovenboel eens goed luchten poetsen, nu het weer zo mooi was.

Pa was die dag, evenals alle andere beschikbare mannen, aan het werk aan de besneeuwde geul, om hem van de kant van de Smet sneeuwvrij te krijgen en 's avonds vertelde hij dat de volgende dag de werktrein zou komen en overmorgen de gewone trein.
Iedereen was hier natuurlijk blij om.
Toen pa naar de stal was, riep ma de meisjes bij zich. Ze zei dat ze vreesde dat het een mager kerstfeest zou worden dat jaar, want door de zware stormen en het vele werk om het huis warm te houden, hadden ze geen tijd gehad om iets te bedenken.
En omdat pa dit jaar geen betaald werk had kunnen vinden, konden ze zich het niet veroorloven om geld uit te geven voor cadeaus. Alleen kleine Grace zou iets kleins krijgen.
Daarom opperde ma een ideetje. "Zullen we onze kranten en de jeugdtijdschriften bewaren en pas met kerstmis openmaken? "
Iedereen ging ermee akkoord en zo zouden ze dan toch nog een mooi kerstfeest krijgen.

In het geheim had Laura echter wel cadeautjes voor de anderen gemaakt.
Voor Carrie had ze een mooi lijstje geborduurd, waar ze een mooie kaart van de Goede Herder in deed, voor Mary had ze kant gebreid en voor ma had ze een kartonnen haarzakje geborduurd. "Maar wat moesten ze nu aan pa geven", vroeg ze aan de anderen.
Laura wist dat hij een paar nieuwe bretels nodig had, en zij had nog tien cent, ma had er ook tien en Carrie vijf. Dat zou voldoende moeten zijn.

De volgende dag gingen Laura en Carrie na het morgenwerk naar de winkel van Loftus en kochten daar voor precies vijfentwintig cent een paar blauwe bretels, met kleine rode bloemen erin geweven en glanzende koperen gespen.
'S avonds werden er geen kerstkousen opgehangen, want niemand verwachtte een cadeau en Grace was nog te jong om hier weet van te hebben. Maar iedereen verlangde naar de kerstdag, want de spoorbaan was nu schoon en de trein zou komen.

De volgende morgen slipte Laura zachtjes uit bed, kleedde zich aan, pakte haar cadeautjes voor de anderen uit haar kist en met haar handen vol liep ze de trap af.
Ma was al beneden bezig. De tafel was al gedekt en op ieder bordje legde ze juist een pakje.
Laura legde haar cadeautjes erbij en toen kwamen de anderen ook net naar beneden.
Iedereen was blij verrast, maar ze moesten nog even op pa wachten voordat de cadeautjes opengemaakt mochten worden.
Pa kwam binnen met de melk en gafdeze aan ma, die het zeefjd. Daarna kwam pa uit de bijkeuken en overhandigde ma twee blikjes oesters. Hiervan zou ma oestersoep maken.
Iedereen wenste elkaar gelukkig kerstfeest en daarna ging men aan tafel.
Om de beurt mochten zij hun cadeautjes openmaken en iedereen was heel blij met de geschenken. Pa met zijn bretels, ma met haar haarzakje, Carrie met haar schilderijtje, Mary met haar kant voor haar onderrok en Grace met haar duikelaartje. Bovendien kreeg iedereen suikergoed. (Als ik dit lees, doet dit mij altijd een beetje verdriet. Laura weet voor iedereen iets te bedenken, maar krijgt zelf -op sukergoed na- niets. Had nu niemand iets kunnen bedenken?)
Wat een heerlijk kerstfeest! Wat er ook gebeurde, ze konden altijd een prettig kerstfeest hebben, dacht laura.
En de zon scheen en de hemel was helder en de spoorbaan was vrij en de trein kwam!
Als middagmaal maakte ma de oestersoep en toen het brood klaar was zei ze, "wat doet pa toch?"
"Pa brengt hooi in huis", antwoordde Laura.
Net op dat moment deed pa de keukendeur open zagen ze dat achter zijn rug de hele bijkeuken vol lag met hooi.
"Is de oestersoep klaar", vroeg hij en ma zei: "Ik pak hem net. Ik ben blij dat de trein komt, want dit zijn de laatste kolen" en toen zag ze pa's gezicht.
Er bleek een donkere wolk in het noordwesten te hangen. Een nieuwe sneeuwstorm!
Maar ze zouden hierdoor niet hun eten laten bederven. Iedereen genoot van de oestersoep, maar onderwijl luisterde iedereen naar de wind die zou komen.
Gierend kwam hij eraan, de ramen klapperden en het huis schudde.
Het huis was weer alleen en de trein zou niet komen!
Na het afruimen van de tafel, mochten dan eindelijk de pakken opengemaakt worden en werd het een gezellige middag. Iedereen zat om de kachel en ma las wel drie verhalen voor.
Hierna moest pa weer naar de stal, maar toen hij weer terugkwam bleef hij een poosje in de bijkeuken en toen kwam hij eindelijk binnen met een armvol stokken. Goede harde stokken van hooi door hem in elkaar gedraaid en stevig vastgewrongen. Hout van hooi!
"Jij vindt ook altijd een uitweg, Karel", gaf ma pa als compliment.
Als avondeten waren er gekookte aardappelen, met een snee brood voor ieder, met zout. Het was het laatste brood, want het meel was ook op, maar gelukkig hadden ze nog bonen en een paar knollen en thee met suiker.
Onder het eten begon de lamp de flikkeren, de olie was ook op. Ma deed de lamp uit en omdat het vuur ook uitging besloten ze maar naar bed te gaan.
Eenmaal in bed lag Laura naar de gierende wind te luisteren. De ene keer hoorde ze er wolven in, dan weer een panter, of de oorlogskreten van de indianen uit kansas. Ze stopte haar hoofd onder de dekens om het maar niet te horen, maar ze bleef ze horen.
De kerstdag was voorbij.
Afbeelding

Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 17-03-2013 12:54

Weten jullie wat ik denk over de cadeautjes?
Ze konden het zich niet veroorloven geld uittegeven voor cadeaus, maar ma en de meisjes wilden wel pa iets geven, omdat hij toch elke dag maar het meeste gevaar liep. Hij ging naar de claim om hooi te halen, hij moest elke dag naar buiten om in de stallen het vee te vezorgen!
Afbeelding

Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 04-06-2013 20:39

Hoofdstuk 19. Waar een wil is

Het hoofdstuk begint met pa die druk bezig is met om het gezin warm te houden. Zijn briljante idee om hooistokken te maken heeeft echter wel een prijs...... hij moet er continue voor zorgen dat er genoeg hooi voorradig is en als hij niet zijn klussen doet, is hij hooistokken aan het draaien voor het vuur.
Het is zo koud in de bijkeuken waar het hooi bewaard wordt, dat pa steeds pauzes moet nemen om zich bij het vuur te warmen en hij zegt: "Mijn vingers worden zo dood. Ik kan niet goed draaien."
Laura biedt aan om pa te helpen, maar dat wil hij niet. Alhoewel hij moet toegeven dat het te veel werk is voor 1 man om het hooi te halen en de kachel brandend te houden.
Dus staat hij Laura toe om weer te helpen en laat haar zien hoe ze het hooi moet draaien.

Afbeelding

Het is geen gemakkelijk werk en de bijkeuken is vreselijk koud. Maar Laura en pa werken toch een poos door.
De eerste hooistok die Laura maakt is onregelmatig en rafelig, niet glad en hard zoals die van pa, maar hij moedigt haar aan en zegt dat de volgende beter zou gaan. En inderdaad, de zesde hooistok is zoals hij moest zijn.

Het is tijd om weer even warm te worden. Laura's voeten zijn gevoelloos van de kou en haar handen zijn rood en geirriteerd van de scherpe grashalmen. Maar dit stelt niets voor, als zij bedenkt dat zij pa heeft geholpen. (Deze mooie deugd van Laura heeft altijd mijn hart verwarmd. Zij is tot hard werken bereid, wanneer zij weet dat zij heirmee het gezin kan helpen.)
De dag wordt doorgebracht met het verbranden en draaien van hooi. Ma zegt dat ze hun laatste brood hebben gegeten en dat ze meel nodig heben. Pa antwoordt dat hij, zodra de storm voorbij is, wat zal kopen. "Het doet er niet toe hoeveel het kost."

Iedere keer als er een nieuwe hooistok in de kachel werd gegooid, werd de duisternis voor heel even verdrongen, waarop ma zegt dat ze wilde dat ze wat vet had zodat ze een lichtje kon maken. "We zaten nooit zonder licht toen ik nog een kind was, toen we nog nooit van de nieuwerwetse olie hadden gehoord", zei ze.
Pa geeft haar gelijk. "Het is prachtig dat er zoveel vooruitstrevenheid is, maar het gaat te snel. De moeilijkheid is dat de mensen er afhankelijk van worden." (En dat is tegenwoordig niet anders: mobiletjes, internet, etc., en dan de frustratie als iets het niet doet!)

De volgende morgen woei er een harde, strakke wind en scheen de zon, dus pa besloot meel te gaan kopen. Na een poosje kwam hij terug met een zak ongemalen tarwe, dus geen klaar-voor-gebruik-meel.
Het laatste meel was tegen een extreem hoge prijs verkocht en pa wist dat hij zich dat toch niet kon veroorloven. Dus dan maar ongemalen tarwe. Pa en ma bedenken hoe zij de tarwe het beste kunnen bereiden. Koken? Pa zegt het jammer te vindendat er geen maalderij in de stad is, waarop ma antwoordt: "We hebben een molen." (briljant!)


Afbeelding

Ze pakt de koffiemolen en probeert het uit. En in het laatje ligt een klein hoopje platgedukte tarwe. Pa vraagt: “Kan je er brood van maken?” en ma antwoordt optimistisch: Nauurlijk kn ik dat!"
Maar ook dit zal zijn prijs hebben.......... ze zullen de molen alsmaar moeten laten draaien als ze voldoende meel voor brood willen hebben. Zwaar werk, maar ze hebben tenminste te eten.

Pa had ma's verlangen naar een lichtje onthouden en voordat hij bij het moeras hooi gaat halen, geeft hij haar een doos met geel wagensmeer. Hij weet dat zij hier iets van kan fabriceren. Zij zullen iets nodig hebben, want de trein kan nog steeds niet doorkomen en zij zullen dus nog langer op de beloofde voorraden moeten wachten.

Het stalwerk moet gedaan worden, hooi moet gehaald en gedraaid worden en tarwe moet gemalen worden. Ze hebben het er allemaal maar druk mee, tot pa laat het hooihalen terugkeerde. Het was zwaar werk geweest, want hij moest het gras onder een diepe laag sneeuw uitgraven. Ma ziet echter een klein lichtpuntje in deze situatie: ze kunnen beter iedere dag op dit uur eten, want een laat middagmaal dient dan tevens als een avondmaaltijd, waardoor ze op vuur enlicht kunnen besparen.

Het bruine brood smaakt heerlijk. Ma heeft geen gist of melk nodig gehad, want ze heeft haar zuurdeeg weer gebruikt, waardoor het erg lekker is en pa constateert tevreden: "Waar een wil is, is een weg." (En dit gezin weet iedere keer weer de wil te vinden om door te zetten.)

Hier is nl. nog zo'n voorbeeld: toen pa aan het stalwerk begon, pakte ma de doos met wagensmeer en vroeg Carrie of ze de lappenzak even wilde halen en of ze een knoop uit de knopendoos wilde zoeken. En terwijl de meisjes toekijken, maakt ma een kleine knooplamp.


Afbeelding

Daarna wachten ze met zijn allen tot pa ook klaar is, om de grote verrassing te laten zien. (ik vind het altijd zo lief hoe ze ieder lid van het gezin bij hun ideeen betrekken.) En toen pa binnenkwam, stak ma het puntje van de knooplamp aan en zij zagen een klein vlammetje opflikkeren dat steeds sterker werd en de kleine vlam stond als een kaarsvlam in de duisternis. Net zoals het vlammetje van de hoop dat zij allen koesterden, dat de lange winter eens voorbij zal gaan.

Afbeelding
Afbeelding

Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 07-06-2013 21:56

Hoofdstuk 20. Antilopen!

Tussen alle sneeuwstormen door, brak er een zonnige dag aan. Een dag die gevuld was met nieuwe hoop, toen pa gehaast het huis binnenkwam met de boodschap dat er een kudde antilopen aan de westkant van de stad was gesignaleerd.
De mannen verzamelden zich, opgewonden, en bespraken een aanvalsplan. Toen Laura via een kijkgaatje door het bevroren raam naar buiten keek, zag ze verscheidene mannen te paard en ze merkte dat Almanzo en meneer Foster op de mooie Morganpaarden van Almanzo reden.

De Ingallsmeisjes beginnen een maal te bedenken met geroosterd vlees en jus. Ma, zoals altijd de realist, waarschuwt: "We moeten de huid niet verkopen voor de beer geschoten is", terwijl zij tegelijkertijd toegaf dat ze blij zou zijn, als ze vlees zouden hebben bij het bruine brood.

De mannen gaan erop af, pa's advies volgend de kudde lngzaam te benaderen tot ze onder schot zijn. Pa vertelt de mannen dat als ze het goed aanleggen er voor iedereen een antiloop is. Meneer Foster is zenuwachtig. Het schijnt dat hij niet kan paardrijden en Almanzo heeft spijt dat hij hem Lady had gegeven.

Binnen een paar minuten hebben de mannen de kudde omsingeld, maar als Almanzo zich omdraait om iets tegen meneer Foster te zeggen, hoort hij een schot. Almanzo kreeg Prins in bedwang, maar hij ziet Lady wegschieten. Meneer Foster was van Lady afgesprongen, had haar teugel losgelaten en had op de antilopen geschoten, die te ver waren om geraakt te worden. Almanzo shreeuwt dat er niet geschoten mag worden, uit angst dat men de merrie zou raken.

Afbeelding
Binnen de kortste keren waren de merrie en de antilopen door de prairie verzwolgen. Ze waren verdwenen.
Almanzo zegt dat hij niet zijn leven zal riskeren, want je wist maar nooit wanneer er weer een sneeuwstorm zou komen, maar hij zou wel met een flinke omweg via het noorden naar de stad terugkeren in de hoop Lady
te zien of misschien zou ze zelf wel de weg terugvinden. De andere mannen liepen weer terug naar de stad; zonder antilopen!

Almanzo rijdt alleen verder. Op iedere prairieheuvel of hoge sneeuwbank kijkt hij uit over het land voor zich. Er was niets te zien, behalve zachte sneeuwplooiingen en de waaiende sneeuw. Het verlies van Lady doet hem pijn, maar hij was niet van plan zijn leven op het spel te zetten voor een paard. Hij vond dat hij stom was geweest om zijn paard aan een vreemde uit te lenen.
De hemel bleef helder en er lag voor hem altijd weer een nieuwe helling, van waaraf hij verder noordwaarts kon kijken. Hij rijdt tot hij achterom kijkt en geen stad meer ziet. Hij ziet niets dan het witte land en de waaiende sneeuw. En daar was de kou en de wind. Hij voelt zich heel alleen.

Hij besluit om nog eenmaal naar de top van een helling te rijden en als hij dan niets zag, zou hij teruggaan. Vanaf de top ziet hij in het noordwesten de lage rand van een wolk, maar hij ziet ook Lady, heel ver in de verte. Almanzo blaast het fluitje, waarmee hij haar als veulen al riep, maar zijn gefluit wordt door de wind geluidloos meegenomen. Dan hinnikt Prins naar haar. Lady draait zich om, ziet hen en komt naar hen toe galopperen. Almanzo wacht tot ze vlak bij hen is en dan rijdt hij naar de stad.

Hij bereikt de stal achter de winkel en gaat voor Prins zorgen. Dan hoort Almanzo gerammel aan de staldeur en hij maakt hem open om Lady binnen te laten.
Ik vind de conversatie die Almanzo dan met Lady voert zo lief; hij geeft haar op haar kop, terwijl hij tegelijkertijd zichzelf de schuld geeft dat hij zo stom is geweest iemand anders op haar te laten rijden.
Almanzo is heel toegewijd en zorgt heel goed voor zijn paarden voordat hij ze in de stal achterlaat.

Intussen was pa ook thuisgekomen. Hij zei niets. Dat was ook niet nodig. Men wist: er zou geen vlees zijn. Na een paar minuten vertelt pa wat er gebeurd was. Ze troosten zichzef met de gedachte dat de antilopen in dit jaargetijde toch maar magere kost zouden zijn geweest. Dat was wel waar, maar het zou vlees zijn geweest!
Pa besluit even naar de winkel van de Wilders te gaan om te horen of Almanzo al teruggekeerd was, terwijl ma het avondeten klaarmaakt.
Royal is pannekoeken en spek aan het bakken en pa zegt teggen hem dat het maar een geluk is dat zij voorraden hadden meegenomen.
Terwijl zij met elkaar praten, zien ze Lady druipend van het zweet en met een leeg zadel langs het raam naar de stal schieten. Een paar minuten later komt Almanzo binnen en zowel hij als Royal nodigen pa uit om bij te schuiven en mee te eten. En pa schoof bij.
Afbeelding

Halfpint
Site Admin
Berichten: 3644
Lid geworden op: 13-04-2011 22:25

Bericht door Halfpint » 09-06-2013 14:01

Hoofdstuk 21. De strenge winter


De volgende dag scheen de zon weer. Na het hooi halen en de maaltijd stak pa de straat over om te horen of er nog nieuws was. Hij kwam terug met vier pond ossevlees, want meneer Foster had zijn os geslacht en verkocht het vlees.
Daarna vertelde pa het nieuws dat de spoorwegen tot de lente geen treinen meer zouden laten lopen.
Ma maakte zich zorgen en vroeg hoe het nu dan verder moest. En net zoals vroeger in de grote bossen begon pa een spannend verhaal te vertellen, waar vanzelfsprekend een moraal aan vastzat. Het verhaal van de inspecteur toonde een les in het geduld en het doorzettingsvermogen dat vereist was om in het westen te kunnen leven:

De inspecteur kwam uit het oosten en had vanuit zijn kantoor daar orders gegeven de treinen op gang te houden, maar de machinisten rapporteerden dat storm en sneeuw de treinen tegenhielden. De geulen zaten vol sneeuw en de sneeuwploegen hadden tussen de sneeuwstormen door te weinig tijd om deze geulen sneeuwvrij te maken.te schonen. De inspecteur zei : "Ik ga ernaartoe en maak zelf het traject vrij. Wat die mensen daar nodig hebben is iemand, die ze kan laten zien hoe wij die dingen in het oosten opknappen."
Pa vertelde dat het geen kwade vent was, als je hem kende, want deze man was bereid hetzelfde werk te doen dat hij van zijn werknemers verlangde. Hij nam de hele operatie over, kreeg het traject ijsvrij, dat echter diezelfde nacht weer dichtsneeuwde en dat drie maal achter elkaar. De geul was inmiddels een heuvel geworden. Tussen de sneeuwbanken, die hij aan beide kanten had laten opwerpen, had de sneeuwtorm de geul dertig meter hoog met stijfbevroren aarde en sneeuw gevuld en dat over een lengte van bijna een halve kilometer.
Met schoppen en houwelen werd de volgende twee dagen de geul weer schoongemaakt tot er nog maar drie meter sneeuw lag en toen wilde de inspecteur dat twee locomotieven met sneeuwploegen ervoor, met een vaart van zestig kilometer de geul zouden inrijden en er als boter doorheen zouden gaan.
Een van de machinisten weigerde dit te doen, niet omdat hij bang was, maar omdat het pure zelfmoord zou zijn.
De inspecteur keek alle mannen die rondom hem stonden aan en zei: "Ik heb in mijn tijd heel wat locomotieven gereden en ik geef niemand een opdracht, die ikzelf niet zou utvoeren. Ik ga achter de stoomschuif!" Zo gezegd, zo gedaan en met een donderende vaart van zestig kilometer reden ze tegen de bevroren sneeuw op, waarna een fontein van rondvliegend sneeuw omhoogsteeg en niemand iets kon zien.
Maar toen zagen de mannen dat de tweede locomotief halfbegraven in de sneeuw stond en dat de machinist er ongedeerd aan de achterkant uitkroop.
Maar van de eerste locomotief en de inspecteur was niets te zien. De mannen groeven de sneeuw om de achterste locomotief weg en de machinist reed hem achteruit de baan af tot hij uit de weg was en onderwijl groeven de mannen verder om bij de voorste locomotief en de inspecteur te komen.
Daar zat hij, als een boze stier in de locomotief, die stijfbevroren in een ijsklomp zat.

Afbeelding

De mannen hebben gegraven, het ijs gebroken en er een gat in gehakt naar de locomotief en toen konden ze de inspecteur eruit trekken.
De tweede machinist kreeg de opdracht de locomotief er in zijn achteruit uit te rijden en daarna zei de inspecteur: "Instappen, we gaan terug naar Tracey. We zetten het werk stop tot de lente!"


Sinds eind december was er geen trein meer doorgekomen in de Smet en er zou er niet eerder een komen dan over ongeveer drie maanden! Pa geeft aan dat ze "alleen" nog maar de rest van de maand januari moesten doorkomen en dan zou het al februari zijn, dat is een korte maand en in maart zou de lente al weer aanbreken. Pa's optimistische vooruitziende blik klopte echter niet, want de winter zou tot en met april voortduren en er zouden geen voorraden aangevuld gaan worden in de stad.

Laura is al groot genoeg om te beseffen dat hun voedselvoorraad niet meer toereikend is. Aan het eind van het verhaal drukt pa even liefkozend haar arm, waardoor zij begrijpt dat hij bedoelt dat hij verwacht dat zij hem en ma in moeilijke tijden zou bijstaan. Ze mocht zich niet bezorgd tonen; ze moest opgewekt zijn en meehelpen om de moed erin te houden, dus leidt zij haar zusjes zingend de trap op naar bed. Eenmaal in bed, woedt er buiten weer een sneeuwstorm en Laura overpeinst dan de eenzaamheid van de stad en ieder huis, alleen en donker en klein in de storm.
Afbeelding

Plaats reactie